Amsterdam – 14 januari 2025 – De Rechtbank Amsterdam heeft op 8 januari 2025 een eindvonnis gewezen in de procedure tussen Stichting Open Nederland en Platalea B.V.
Na afronding van “Testen voor Toegang” heeft Stichting Open Nederland (SON) in het kader van de afwikkeling van de contractuele afspraken met testaanbieders, alle betrokken testaanbieders onderworpen aan een grondige controle. SON heeft onderzocht of de aan de testaanbieders uitbetaalde overheidsgelden op juiste gronden zijn uitgekeerd en of de testaanbieders hun diensten in voldoende mate kunnen verantwoorden. Ten aanzien van enkele testaanbieders blijkt dat zij hun diensten niet (in voldoende mate) hebben kunnen verantwoorden en lijkt sprake te zijn geweest van overcompensatie bij de uitbetaling van de vergoedingen, als gevolg van te beperkte inzet van en ten onrechte gefactureerd personeel.
Platalea is een van de testaanbieders van wie SON terugbetaling van de vergoedingen heeft gevorderd door tussenkomst van de rechter.
Vonnis Rechtbank Amsterdam
De Rechtbank Amsterdam heeft op 8 januari 2025 een eindvonnis gewezen in de procedure tussen SON en Platalea. Platalea heeft in deze procedure betaling gevorderd van de aan SON gestuurde facturen. SON heeft betaling van deze facturen opgeschort omdat SON vragen had over de door Platalea gefactureerde diensten (in het bijzonder ten aanzien van gefactureerde kosten voor de inzet van personeel). SON heeft op haar beurt gedeeltelijke terugbetaling gevorderd van de aan Platalea uitbetaalde vergoedingen.
De rechtbank stelt SON in het gelijk. De rechtbank oordeelt dat Platalea te weinig personeel heeft geleverd en hiervoor teveel in rekening heeft gebracht (rov. 5.20 en 5.21). Platalea is hiermee inhoudelijk tekortgeschoten jegens SON. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat Platalea ook is tekortgeschoten in haar informatie- en verantwoordingsplichten jegens SON (rov. 5.26). Op basis van deze tekortkomingen wijst de rechtbank de primaire vordering van SON toe, wat leidt tot ontbinding van de overeenkomst voor zover deze ziet op de vergoeding voor personele capaciteit (de zogenoemde “variabele vergoeding”). Nu de waarde van de door Platalea (wel) geleverde prestaties wegens gebrek aan informatie van Platalea niet goed is vast te stellen, heeft de rechtbank deze naar redelijkheid geschat. Dit heeft geleid tot een veroordeling van Platalea tot terugbetaling aan SON van de helft van de variabele vergoeding (verminderd met het door SON reeds opgeschorte bedrag) (rov. 5.32 en 5.33).
Relevant voor alle testaanbieders
Het vonnis van de Rechtbank Amsterdam is ook relevant voor geschillen met andere testaanbieders, nu de rechtbank SON volgt in haar standpunten en een integraal oordeel geeft over de uitleg van de tussen SON en de testaanbieders gesloten overeenkomsten in het kader van Open House 1 en 2.
De rechtbank bevestigt onder meer dat testaanbieders voor de variabele vergoeding per uur een bepaalde minimale hoeveelheid personeel in een voorgeschreven samenstelling beschikbaar moesten stellen per uitgevraagde testafnameplek (rov. 5.11 en 5.16). De rechtbank oordeelt verder dat testaanbieders enkel personeel in rekening mochten brengen dat beschikbaar was en waarvoor zij ook daadwerkelijk betaalden (rov. 5.18 en 5.19). Ook bevestigt de rechtbank de informatie- en verantwoordingsplicht van testaanbieders met betrekking tot het geleverde personeel en de daarmee verband houdende facturatie aan SON (via de Rekentools, die de basis vormden voor de facturen, rov. 5.9 en 5.19) en de achteraf door SON verrichte controle (rov. 5.26).
Hangende de juridische procedures deelt SON geen verdere details met anderen dan betrokken partijen.
media@stichtingopennederland.nl
[SE1]Link naar vonnis